Maria Lichtmis

In februari is er al aanzienlijk meer daglicht dan in januari en het lengen van de dagen gaat steeds sneller. Over het algemeen is februari een koude maand, met gemiddeld dertien vorstdagen. Ondanks de koude begint de natuur toch voorzichtig wat meer tekenen van leven te vertonen. De eerste zanglijsters en grutto’s keren alweer terug van hun overwintering en een vroege krokus of gele forsythiastruik kan soms al in bloei worden gezien.

In de Keltische kalender werd op 1 en 2 februari het feest Imbolc gevierd, dat halverwege de winterzonnewende en het lentepunt ligt. Op deze dag werd Brigid geëerd, de godin van geneeskunde en vruchtbaarheid. Veel culturen kennen in deze periode een feest gewijd aan een vruchtbaarheidsgodin, zoals Demeter of Isis. Bij deze feesten werd gevierd dat de aarde weer opnieuw tot leven kwam. Bij de Romeinen was februari de laatste maand voordat het nieuwe jaar begon.

In de christelijke traditie wordt op 2 februari Maria Lichtmis gevierd. Volgens de joodse traditie moest een vrouw veertig dagen na de geboorte van een kind een rituele reiniging ondergaan, daarom wordt dit feest ook wel ‘Mariazuivering’ genoemd. De periode van lichtfeesten die veertig dagen vóór Kerstmis begint met Sint Maarten wordt veertig dagen ná Kerstmis afgesloten met Maria Lichtmis. Op de jaartafel verschijnt Moeder Aarde met haar bloemenkindjes.

Maria Lichtmis is een feest waarbij een donkere periode wordt afgesloten en de vruchtbaarheid die komen gaat, wordt verwelkomd. De belofte die met Kerstmis is gedaan, namelijk dat het licht weer terug zal komen, is zonder twijfel ingelost en de lente komt eraan. De natuur komt weer tot leven en de tijd van het donker ligt nu duidelijk achter ons, vandaar ook dat de restjes kaars van de winterperiode worden verzameld en opgebrand.

In de kleuterklas:
De restjes kaars van de afgelopen tijd zijn goed bewaard. In halve walnootdoppen maken we een klein kaarsje vast met behulp van een paar druppels kaarsvet of bijenwas. Soms smelten we kleurige restjes kaars in een blikje, gieten daarmee de walnotendop vol en zetten er na even stollen een klein lontje in.

De notendopjes laten we drijven in een schaal met water in de ochtendschemering van Maria Lichtmis.

In de onderbouw:
Soms branden we in lage klassen restjes kaars op of steken we de laatste keer in de ochtend kaarsen aan. In de weekopeningen hebben we een mooi lied dat aansluit op de periode. Vaak blikken we een keer terug naar de wintermaanden, bijvoorbeeld door achterstevoren van elk feest tussen Maria lichtmis en Sint Maarten een lied te zingen.